Boek recensie: Moeder voor het leven

Maaike Rosendal en Charmaine van Maren schreven samen het boek Moeder voor het leven waarin ze opvoeders erop wijzen dat kinderen met een prolifehouding moeten worden opgevoed.[1] De ondertitel luidt: Pro-life in gesprek met je kind. De twee moeders schreven dit boek vanuit de visie dat onze kinderen opgevoed moeten worden met de gedachte dat elk menselijk leven, vanaf het prilste begin, het waard is om, als schepsel van God, beschermd te worden.

Opvoeding
De auteurs wonen in Canada waar twee kampen zijn: prolife en prochoice. Deze termen komen in het boek regelmatig terug. De auteurs merken dat veel ouders die prolife zijn, toch nooit met hun kinderen over abortus praten. Zij willen door middel van dit boek hier verandering in brengen. Volgens hen zijn kinderen van nature prolife; ze zullen een baby willen koesteren en als ze een klein, hulpeloos vogeltje zien, zullen ze die willen helpen. De moeders vinden het belangrijk dat kinderen uit christelijke gezinnen de argumenten tegen abortus goed kunnen verwoorden voor ze in aanraking komen met mensen van het prochoice-kamp. Daarom pleiten ze ervoor dat christelijke ouders over ‘de baby’ spreken, als het gaat over een ongeboren kind, ongeacht in welke fase van de zwangerschap het kind zich bevindt. Ouders moeten laten merken dat dit kindje al helemaal bij het gezin hoort. De auteurs zijn van mening dat door heel de levenshouding van christelijke ouders heen, moet blijken dat zij willen leven zoals de Heere dat in Zijn Woord van ons vraagt. Onze kinderen kunnen dan ook aan ons gedrag zien, dat we elke vorm van menselijk leven waardevol vinden.

Naastenliefde
Dit uit zich ook in ons gedrag met betrekking tot onze medemensen. Daarom zijn er in het boek ook hoofdstukken opgenomen over het omgaan met mensen die te maken krijgen met een voortijdig afgebroken zwangerschap en mensen die te maken hebben met onvruchtbaarheid. Heel nuttig is het lijstje met dingen die je beter niet kunt zeggen tegen iemand die net een levenloos geboren kindje heeft gekregen. Het is erg pijnlijk voor zo iemand om dan te horen: “Je hebt tenminste…”, “Maak je geen zorgen, je bent nog jong”, of: “Je bent vast weer snel zwanger”. Gelukkig staan er ook voorbeelden in van situaties waarin mensen wel op een goede, invoelende manier reageerden, zoals iemand die zei: “Ik weet niet wat ik moet zeggen, hoe kan ik je helpen, wat kan ik voor je doen, hoe kan ik je steunen?” Het is volgens de auteurs erg fijn om als gezin aan zo iemand kaartjes te schrijven, een aardigheidje te geven of om voor haar eten te koken. Het belangrijkste is dat het kindje, hoe klein ook, als mensje wordt erkend en het dus waard is om over te rouwen. Dit is direct een argument tegen abortus. Als ouders rouwen om het verlies van hun onvoldragen kindje, is dit dus meer dan een klompje cellen. Het is een compleet mens, waard om te beschermen. In het hoofdstuk over onvruchtbaarheid wordt ingegaan op onnatuurlijke manieren om een zwangerschap te bewerken, zoals een ivf-behandeling. Hierbij worden meer eicellen bevrucht dan men in de baarmoeder inplant, waarna de overtollige bevruchte cellen (na verloop van tijd) worden vernietigd. Dit is vernietiging van menselijk leven en volgens de schrijfsters kunnen christelijke echtparen, die hun normen uit Gods Woord halen, hier niet in meegaan, ondanks het feit dat ze een sterke kinderwens hebben. In het boek wordt gesteld dat het getuigt van christelijk ouderschap als we in ons gezin hardop bidden voor kinderloze echtparen en hiertoe ook onze kinderen aansporen. Ook moeten we leren meer te letten op de taken die kinderloze echtparen in de gemeente kunnen verrichten. Zij hebben wellicht van de Heere gaven en talenten op andere gebieden gekregen, waarmee ze zich erg nuttig voor de gemeente kunnen maken.

Oproep
Het boek eindigt met een praktisch hoofdstuk; het koppelt christen-zijn aan prolife zijn en de twee Canadese moeders vinden dat het onmogelijk is om te zeggen dat je christen bent, als je je niet betrokken voelt bij het werk van prolife-werkers. Ze stellen dat veel christenen zich te veel naar binnen keren en niet veel van naastenliefde laten zien. Volgens hen hebben de meeste mensen een verandering nodig. Wat mij betreft hadden ze daar iets mogen schrijven van het werk van de Heilige Geest in het hart van de zondaar dat nodig is, waardoor een mens van een hater van God een liefhebber van Hem mag worden. Daarbij komt dat iemand dan ook liefde tot de medemens in het hart krijgt. Wel wordt in het boek gesteld dat we allemaal zondaar zijn en afhankelijk zijn van Gods genade. Dat betekent dat we niet boven anderen gaan staan die in een (seksuele) zonde zijn gevallen, maar dat we naast hen gaan staan en met hen meeleven. Als voorbeeld noemen ze een tienerdochter die zwanger is geraakt. Op de laatste bladzijde wordt de lezer gevraagd wat hij of zij gaat doen om het leven te beschermen. Wij moeten met onze daden laten zien dat we christen zijn! Veel lezers zullen dit boek wellicht wat activistisch vinden. Toch moeten we ons afvragen of we aan onze seculiere medemens wat meer kunnen laten zien van christelijke naastenliefde. Ik had in dit boek wel meer willen lezen dat we, voor zowel de opvoeding van onze kinderen, als bij het meedoen aan prolife-activiteiten en hulp aan onze medemens, afhankelijk zijn van de hulp van de Heere. Dit komt minder goed uit de verf. Verder denk ik dat dit boek heel nuttig kan zijn om ons te laten nadenken over onze verantwoordelijkheden tegenover onze kinderen en onze medemens. Positief is dat de auteurs regelmatig Bijbelteksten (SV) gebruiken om hun mening te onderbouwen. Hartelijk aanbevolen!

C.A. van Zwieten-Oosterom

Deze recensie verscheen maandag 11 augustus in de nieuwsbrief van Gereformeerd Venster: Nieuwsbrief Gereformeerd Venster – Nr. 124 – Maandag 11 augustus 2025

Boekgegevens:
Moeder voor het leven. Pro-life in gesprek met je kind, Maaike Rosendal en Charmaine van Maren; Den Hertog B.V. Houten; 2025; paperback 174 pag.; ISBN 9789033133435; prijs € 18,90.
Te bestellen in onze webshop