Elke christen moet bescherming vanaf de bevruchting voorstaan

God is de Schepper van al het leven. Zou Hij dan niet weten wanneer het leven begint? De Bijbel is er duidelijk over.

Bij de stand van Kies Leven op de pinksterconferentie van Opwekking in 2024 gaven twee jonge studentes aan dat God het echt wel begrijpt dat je een keer een abortus nodig hebt. En, zo vervolgden ze: „Als je daarna om vergeving vraagt, dan wil Hij het ook vergeven.” Hier gaat het er niet meer om dat je de wil van God doet, maar voor je eigen wil kiest en hiervoor dan Gods goedkeuring wil krijgen.

Op 24 mei werd in Rotterdam de jaarlijkse EO-Jongerendag gehouden. Vertegenwoordigers van de organisatie Dutch Centre for Bio-Ethical Reform (DCBR, vergelijkbaar met de CCBR van Maaike Rosendal uit Canada) stonden op afstand met afbeeldingen van geaborteerde kinderen, om zo met jongeren in gesprek te raken. De meeste tieners die langskwamen, liepen er snel aan voorbij. En van de jongeren die wel het gesprek aangingen, bleken velen vóór abortus te zijn. In een artikel op de website van BNNVara reageerde een moeder die met haar dochter naar de jongerendag was geweest boos op de aanwezigheid van DCBR. Ze schreef: „EO-Jongerendag was prachtig. Maar mijn baarmoeder is geen zendingsveld.” Het feminisme is de kerk binnengekomen.

Psalm 139

Wat gaat hier nu mis? Regelmatig horen we tijdens spreekbeurten voor kerkelijke jongeren dat ze geen probleem hebben met seksualiteit voor het huwelijk. Immers, God heeft intimiteit geschapen om ook in je verkeringstijd daarvan te genieten, zo wordt aangegeven. Ook blijft de (abortieve) morning-afterpil niet ongebruikt. Stap voor stap worden grenzen verlegd. We gaan mee met de enorme invloed van de huidige samenleving, die vaak via de smartphone onze wereld binnenkomt. Wie wel eens met het openbaar vervoer reist of in een wachtkamer zit, kan bevestigen dat de samenleving schermgeoriënteerd is geworden. Als je een gesprek wilt aanknopen, dan kun je raar aangekeken worden.

Gezien de vrije seksuele moraal is een ongewenste zwangerschap niet ondenkbaar en hoe zie je die zwangerschap dan? Zie je al vanaf de bevruchting een kind? Of pas wanneer het hartje klopt of wanneer het levensvatbaar is (in leven kan blijven buiten de baarmoeder). Of pas wanneer het geboren is? Voor christenen zou het vanzelf moeten spreken dat ieder mensenleven begint bij de bevruchting en dat er ook bescherming vanaf de bevruchting zou moeten zijn. Deze visie komt uit de Bijbel. Psalm 139 laat zien dat het leven in de moederschoot begint. En in Jeremia 1:5 zegt God tegen Jeremia dat Hij hem al kende vóórdat hij in de moederschoot werd gevormd. Gewenst bij God vanaf het allereerste begin. Wat een contrast met de visie van velen. In ons land waren in 2023 39.332 kinderen niet gewenst.

Smakeloos zout

Als wij uitgaan van de beschermwaardigheid vanaf de bevruchting, dan krijgt Genesis 9:6 een schokkende betekenis: „Vergiet iemand het bloed van de mens, door de mens zal diens bloed vergoten worden.” Uit Spreuken 6:16-17 blijkt dat God het vergieten van onschuldig bloed haat! „Gij zult niet doden”, horen we in de kerk. Er staat niet bij: behalve als het kindje nog geen hartslag heeft, nog niet levensvatbaar is of nog niet geboren is.

Een christelijke visie moet niet schermgeoriënteerd maar Bijbels georiënteerd zijn. In Mattheüs 6 staat een waarschuwing: als het zout smakeloos is geworden, wat voor nut heeft het dan nog? Laten we onze kennis voeden door de Bijbel. God is immers de Schepper van al het leven. Zou Hij dan niet weten wanneer het leven begint? Dit verdient nog veel meer aandacht in kerkelijke gemeentes. Tegelijkertijd is het goed wanneer we als ouderen met onze levenservaring om onze jongeren heen staan. Niet veroordelend maar sturend en onderwijzend. Niet boven maar naast hen. Want laten we eerlijk zijn: als komende zondag iedereen voor in de kerk schuldbelijdenis zou doen die in de verkeringstijd geluk heeft gehad en niet zwanger is geraakt of niemand zwanger heeft gemaakt, zou de ruimte daar dan wel groot genoeg zijn?

Kees van Helden
16 juni 2025 verschenen in het Reformatorisch Dagblad