Geheimzinnigheid abortuscentra schadelijk

Nederlandse abortuscentra draaien op overheidssubsidie. Daarnaast genereren ze extra inkomsten door behandeling van buitenlandse vrouwen. Maar de noodzakelijke duidelijkheid is helaas ver te zoeken.
Zo rond de jaarlijkse Week van het Leven is er veel aandacht voor het thema abortus. Waar de prolifebeweging de nadruk legt op de beschermwaardigheid van ongeboren kinderen, op de aangeboden hulp en op de mogelijke gevolgen van een abortus, legt de prochoicebeweging juist de nadruk op de zogenaamde misinformatie van de prolifebeweging.

Kenmerkend was een interview van stichting Stirezo met een van de tegendemonstranten bij de Mars voor het Leven. Ze hield stellig vol dat het bij een abortus niet om een kind gaat. Nog stelliger was ze daarin dat ze niet in discussie wilde, maar alleen haar waarheden wilde delen voor de camera.

Zwangerschapsproduct

Hoe zit het nu eigenlijk, gaat het nu wel of niet om een kind? Waarvan ben je eigenlijk zwanger als je zwanger bent? En daar scheiden inderdaad de wegen tussen de twee groepen. Opmerkelijk is dat diezelfde scheiding ook zichtbaar is tussen abortuscentra en verloskundepraktijken.

Op websites van verloskundepraktijken wordt al heel snel gesproken over ”het kindje” dat in de baarmoeder groeit. Van week tot week wordt aangegeven hoever het kindje is ontwikkeld en hoe groot het al is. Bij abortuscentra wordt juist niet over die ontwikkeling gesproken en al helemaal niet over een kindje, maar over een zygote, embryo, foetus of heel vaag over een ”zwangerschapsproduct”.

Voor de vrouw die naar informatie zoekt, is het dan niet zo duidelijk wát er wordt weggehaald bij een abortus. Een stukje weefsel? Een zwangerschapsproduct? Of wordt alleen een zwangerschap beëindigd?
De vrouwen worden het bos ingestuurd met verhullende informatie. En als ze er later achter komen dat het toch echt wel een kind was dat ze hebben laten weghalen, laten doden, dan kan dit grote psychische gevolgen hebben. Want ook al doen we net alsof het niet zo is, het is en blijft een kind.

Echowaarden

Dit geldt ook voor de abortusmethoden. Abortuscentra geven slechts heel summiere uitleg over de late behandelingen. Hooguit wordt verteld dat het onder een roesje met behulp van instrumenten gebeurt. Naast de grote vraag wát wordt weggehaald, komt er dan zelfs een extra vraag bij: hoe wordt het weggehaald? Ook dat blijft dus onduidelijk.

Maar er lijkt een lichtpuntje te zijn in heel deze nevel. Op de website van abortuscentrum Bloemhovekliniek in Heemstede/Haarlem is te lezen hoe bepaald wordt welke abortusbehandeling een vrouw krijgt. Daarvoor is nodig te weten hoe lang ze zwanger is. Dat is onder andere mogelijk op basis van een echo. En die optie is interessant.

Door een echo komt men uit op een zwangerschapsduur van:
A) tussen 6 en 8 weken; CRL tot 21 millimeter;
B) tussen 9 en 12 weken; CRL vanaf 22 millimeter; DBP tot 23 millimeter;
C) tussen 13 en 17 weken; DBP van 24 tot 38 millimeter; FL van 10 tot 26 millimeter;
D) 18 weken of langer; DBP van 39 tot 56 millimeter; FL van 27 tot 38 millimeter.

Voor de gemiddelde vrouw zijn deze bepalingen abracadrabra. Echter, voor de Bloemenhovekliniek niet. Maar dat vertellen de mensen van deze kliniek niet en zo laten ze de vrouw in het ongewisse.

CRL staat voor een meting van de lengte tussen de kruin en de stuit van het kindje; DBP staat voor een meting van afstand van oor tot oor; FL staat voor de meting van de lengte van het dijbeenbot.
Bij acht weken zwangerschap is het kindje, van kruin tot stuitje maximaal 21 mm. De beentjes zijn nog opgetrokken. Bij twaalf weken is de afstand van oor tot oor 23 mm. Dat is al een behoorlijk hoofdje.

Aangezien de botjes van het kindje steeds harder worden, kan het na twaalf weken niet meer worden weggezogen met een buisje van een centimeter doorsnede. Daar is een andere behandeling voor nodig, en het is inderdaad niet fijn om die uit te leggen. Daarom doet een abortuscentrum dat ook niet.

Een kindje van zeventien weken heeft al een dijbeenbot van ongeveer 2,5 centimeter. Het kindje heeft dan al een totale lengte van ruim 12 centimeter en weegt ongeveer 140 gram. Een abortus van een kindje van die leeftijd en ouder (in ons land officieel tot 24 weken) kan alleen nog chirurgisch. Uit heel Europa komen vrouwen naar Nederland om een dergelijke late abortus te laten uitvoeren.

Onvolledig

Het is onbegrijpelijk dat abortuscentra in Nederland gewoon door kunnen gaan met hun praktijken, hoewel ze onvolledig zijn in hun informatieverstrekking en de vrouwen in nood niet eerlijk vertellen waar het om gaat en wat er gaat gebeuren bij de ingreep.

Hoewel deze informatie, evenals het jaarverslag dat wettelijk elk jaar algemeen beschikbaar moet worden gesteld, achterwege blijft, ontvangen abortuscentra jaarlijks ruim achttien miljoen euro aan subsidie voor het uitvoeren van ruim dertigduizend abortussen per jaar. Ik kan geen enkele andere organisatie bedenken die gesubsidieerd wordt terwijl er zoveel onduidelijkheid bestaat in de informatievoorziening.

Dirk Jan van Os
Voorzitter Kies Leven


Dit artikel verscheen zaterdag 10 december 2022 geplaatst in het Reformatorisch Dagblad