Waarom zouden we geen oog hebben voor de mogelijkheid dat een aanvankelijke abortuskeuze verandert in een kinderwens, nadat de zwangere vrouw heeft geluisterd naar de hartslag van haar ongeboren kind?
Terwijl in Nederland abortus steeds toegankelijker wordt gemaakt, beweegt men in Hongarije de andere kant op. De centrumrechtse regeringspartij Fidesz heeft de abortuswet onlangs aangescherpt. Zwangere vrouwen moeten voortaan eerst naar de hartslag (of een ander levensteken) van het ongeboren kind luisteren voordat ze een abortus mogen ondergaan. Is dit emotionele manipulatie of juist een bijdrage aan de informatievoorziening voor de zwangere vrouw?
In Hongarije is abortus tot 12 weken en bij uitzondering tot 24 weken toegestaan. De huidige regering maakt er geen geheim van dat zij meer wil doen om ongeboren leven vanaf de bevruchting te beschermen. De aangescherpte wet geldt als een stap in dat proces. Maar wat wil de Hongaarse regering hiermee bereiken? Het eerste moment waarop een hartslag via de buikwand hoorbaar is, ligt ronde de tiende week van de zwangerschap, dus niet ver voor de Hongaarse abortusgrens. Onduidelijk is of de regering ook een inwendige meting verlangt, waarbij de hartslag al bij zes weken waarneembaar is. In de wet staat niet expliciet dat het moet gaan om het „horen van de hartslag”, maar om het „detecteren van de vitale functie(s)”.
Kan ”luisteren naar de hartslag” ook in Nederland een manier zijn om vrouwen meer inzicht te geven in hun ongeboren kind? De Tweede Kamer maakt immers veel gewag van goede informatie tijdens de zwangerschap. Onder andere de 13 wekenecho, die sinds 2021 standaard wordt aangeboden, staat in het teken van een zo goed mogelijk beeld van de zwangerschap in een fase waarin ouders nog kunnen kiezen voor abortus. Waarom zouden we geen oog hebben voor de mogelijkheid dat een aanvankelijke abortuskeuze verandert in een kinderwens?
Deze mogelijkheid valt niet zomaar weg te wuiven. Het gaat om een teken van leven dat als het ware getuigt van een menselijk bestaan. Zie het als een laatste pleidooi om te voorkomen dat dit individuele bestaan onomkeerbaar wordt beëindigd. Het beluisteren van een hartslag kan invloed hebben op de keuze van een vrouw.
Financiële steun of adoptie
Tegenstanders van de nieuwe Hongaarse maatregel beweren dat het verplicht luisteren naar een hartslag veel te ver gaat. Of hebben zulke critici moeite met een scenario waarin ”ongewenst” verandert in ”gewenst”? Een ander kan menen dat juist het niet laten horen van de hartslag te sturend is, omdat dit een heel wezenlijke mogelijkheid voor binding tussen moeder en kind blokkeert.
Maar als het luisteren naar de hartslag al ”onredelijk” veel indruk maakt op de zwangere vrouw, wat kan er dan nog wél worden besproken voordat een abortus plaatsvindt? Vrouwen met abortustwijfel of een uitgesproken abortuswens moeten volgens de wet weet hebben van alternatieven. Daarbij valt te denken aan financiële steun of adoptie. Het afwegen van zulke opties kan toch evengoed veel druk leggen op het toekomstbeeld van een zwangere vrouw?
Trauma?
Het laten horen van een hartslag valt, net als echobeelden, onder medische informatie rond een abortusbehandeling. Luisteren naar de hartslag van het kind is niet voor niets een vast controlepunt van iedere verloskundige. Als de abortus vervolgens niet doorgaat, blijft dit de keuze van de vrouw. Daar kunnen voorstanders van abortus zich ongetwijfeld in vinden. Zij zijn er bovendien van overtuigd dat vrouwen weloverwogen voor abortus kiezen. Dan zou het luisteren naar een hartslag daar geen noemenswaardige verandering in kunnen brengen. Mocht er toch nog ruimte zijn voor de aanvaarding van het moederschap, dan kan de hartslag dit openbaren en spijt achteraf voorkomen.
Wat zouden tegenstanders van zo’n maatregel wél legitiem naar voren kunnen brengen? Via sociale media is dikwijls geopperd dat het traumatische gevolgen kan hebben wanneer een vrouw verplicht moet luisteren naar het hartje van een kind, terwijl ze al tot een abortus besloten heeft. Hier wringt de schoen inderdaad het meest. Of vrouwen hierdoor inderdaad een trauma oplopen, moet niet zomaar worden aangenomen, maar dat het horen van de hartslag confronterend is, begrijpt natuurlijk iedereen. Dan rijst wel de vraag of de zwangere vrouw beschermd moet worden tegen ieder gevoel dat mogelijk als ongemakkelijk wordt ervaren.
Ik vind het moeilijk om daarin mee te gaan. Als het ongeborene dan geen recht heeft om te blijven leven, dan mag het toch wel het recht krijgen om eenmaal te worden gehoord? De verplichte bedenktijd voor een abortus, die onlangs in Nederland werd afgeschaft, had een soortgelijke functie. Hiermee wilde de wetgever ooit een drempel opwerpen vanuit de overtuiging dat een abortusbesluit gaat over leven en niet leven. Maar speelt deze afweging nog wel een rol?
Chris Develing is beleidsadviseur NPV – zorg voor het leven.
Dit artikel verscheen in het Reformatorisch Dagblad van 3 oktober en is met toestemming van de auteur overgenomen