Voor velen een gebedsverhoring is dat de vervolging van David Daleiden en Sandra Merritt is gestaakt. Bijna 10 jaar geleden begon toenmalig, zeer pro-abortus, openbaar aanklager in Californië Kamala Harris (inderdaad dezelfde Kamala Harris die vice-president was onder Joe Biden en vorig jaar een gooi deed naar het presidentschap) een rechtszaak tegen die twee vertegenwoordigers van Center for Medical Progress. Daleiden en Merritt hadden undercover opgenomen films gepubliceerd waarin werd getoond dat medewerkers van abortusorganisatie Planned Parenthood (PP) en ook de organisatie zelf betrokken waren bij de verkoop van delen van geaborteerde kinderen. En dat om de winst zo groot mogelijk te laten zijn abortusmethoden werden aangepast. Gigantische boetes en lange gevangenisstraffen werden tegen Daleiden en Merritt geëist (en niet tegen PP die de wet overtrad). Daar is nu dus een einde aan. Maar dat neemt niet weg dat er enorme advocaatkosten zijn gemaakt en de betrokkenen jarenlang onder hoogspanning hebben geleefd.
De zaak over handel in geaborteerd weefsel heeft ook een Nederlands kantje. In december 2017 werden twee biowetenschaps bedrijven en het kantoor van de officier van justitie van Orange County in de V.S. het eens over een schikking van US$ 7.785 miljoen waarmee beschuldigingen van tafel gingen dat ze illegaal foetaal weefsel hebben verkocht aan bedrijven over de hele wereld.
Volgens de ondertekende schikking moeten DV Biologics LLC en zusterbedrijf DaVinci Biosciences LLC, beide gevestigd in Yorba Linda, alle activiteiten in Californië binnen 60 tot 120 dagen staken. De overeenkomst vereist ook dat de bedrijven aansprakelijkheid erkennen voor schendingen van staats- en federale wetten die de verkoop of aankoop van foetaal weefsel voor onderzoeksdoeleinden verbieden, aldus de aanklagers.
Uit het artikel van december 2017 blijkt dat foetaal weefsel en cellen werden verkocht aan farmaceutische bedrijven en academische instellingen in Japan, China, Singapore, Zuid-Korea, Duitsland, Zwitserland, Australië, Nederland, Canada en het Verenigd Koninkrijk, aldus de autoriteiten.
De grote vragen zijn: welk bedrijf of instelling in Nederland was dit? Waren dat er meer dan één? En handelden zij dan ook illegaal? En als deze organisaties nog steeds materiaal nodig hebben, waar halen ze dan nu het foetaal materiaal vandaan?