Antwoorden van de minister over het lied “Kill the baby” Meten met twee maten

Minister Ernst Kuipers reageerde vandaag op de kamervragen met opmerkelijke antwoorden[1].

Minister Ernst Kuipers geeft aan dat hij vindt dat er op ‘weinig tactvolle wijze gezongen wordt over het thema abortus’. Een terechte opmerking van de minister, het thema ligt zeer gevoelig. Echter, het nummer valt wat de minister betreft onder de vrijheid van artistieke expressie.

Op de vraag: Hoe de tekst en boodschap van het nummer ‘Kill the Baby’ zich verhouden tot de manier waarop de Wet afbreking zwangerschap (Waz) spreekt over abortus en de waarde van het ongeboren leven antwoordt de minister: “De tekst van het nummer hangt op geen enkele wijze samen met de manier waarop in de Waz wordt gesproken over abortus en de waarde van het ongeboren leven.”

De minister stelt dat deze clip en muziek, waarin abortus als iets feestelijks wordt gepresenteerd, geen afbreuk doet aan het kabinetsbeleid om het aantal ongewenste en onbedoelde zwangerschappen en (herhaalde) abortussen te verminderen. En de minister stelt dat de gezondheid van vrouw en kind én de autonomie (keuzevrijheid) van de vrouw leidend blijven.

Deze antwoorden roepen nogal wat vragen op. Hoe kan de gezondheid van de vrouw én kind samen met de autonomie van de vrouw leidend zijn bij een handeling die de gezondheid van het kind zodanig ernstige schade berokkent dat die tot de dood leidt. Hier ligt een enorm spanningsveld die niet is uit te leggen.
De autonome keuze van de vrouw kan de dood van een ander persoon betekenen en de minister van VWS vindt dat dit oké is. Ja, een kind mag worden gedood door de autonome keuze van de vrouw sinds de invoering van de ‘abortuswet’ en dat kind is een persoon volgens de latere ‘Registratie levenloos geboren kind in basis registratie personen’[2]

De minister geeft aan dat “de vrijheid van artistieke expressie een belangrijk gegeven is en hoort bij onze samenleving. Als zodanig is die vrijheid nauw verbonden met het in de grondwet verankerde recht op vrijheid van meningsuiting.” En zegt de minister:  “Zolang een uiting niet discrimineert of onnodig kwetst wordt deze beschermd door dit recht. Het is niet ongebruikelijk dat kunst grenzen opzoekt om maatschappelijke discussie aan te wakkeren. Dat kunstenaars gebruik maken van hun recht op vrijheid van meningsuiting is een grote verworvenheid, die niet zomaar ingeperkt mag worden. De minister acht ingrijpen dan ook ongewenst.”

De grote vragen zijn: waar liggen de grenzen van discriminatie en onnodig kwetsen? En waar eindigt de vrijheid van meningsuiting of het grondrecht van demonstratie?
Hoe verhouden die zich met elkaar. In de videoclip worden baby’s (in de vorm van poppen) op allerlei wijze gedood, zo wordt een baby verscheurd door een hond, overgoten met een brandbare vloeistof en in de brand gestoken, geëlektrocuteerd of doodgeschoten. Dit doet zo enorm veel pijn bij vrouwen die een kindje hebben verloren tijdens de zwangerschap of direct na de geboorte. Maar ook vrouwen die spijt hebben van hun abortus raakt het enorm. De video gaat alle grenzen te buiten.

De minister breekt een lans voor deze meidengroep die de grenzen niet alleen tart maar juist ver over de grenzen van kwetsbare vrouwen heen gaat. En die hiermee de kwetsbare beschadigde vrouwen met intens verdriet over hun verloren kindje, volledig in de steek laat.

En dan te bedenken dat nabij een abortuscentrum aanbieden van hulp aan vrouwen die in nood zijn en geen andere uitweg zien om hun kindje te laten aborteren, gezien wordt als intimiderend.

Wat zou de minister ervan vinden als de meidengroep Vulva voor een abortuscentrum hun lied ten gehore zou brengen? Is het dan nog steeds vrijheid van meningsuiting en artistieke kunst?

Kees van Helden
KiesLeven.nl


[1] Antwoorden op Kamervragen over lied over abortus | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl

[2] Registreren levenloos geboren kind in Basisregistratie Personen (BRP) | Wetten en regelingen | Rijksoverheid.nl