Grote zorgen bij laatste rapport afbreking zwangerschap

Op dinsdag 27 september 2022 verscheen de jaarrapportage Wet Afbreking Zwangerschap van Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd betreffende het aantal abortussen in Nederland in het jaar 2021.
In totaal werden 31.049 abortussen uitgevoerd, de aantallen van abortuscentra als ziekenhuizen samengenomen. Dat is een daling van 1% ten opzichte van het jaar daarvoor.
Ook het aantal abortussen bij Nederlandse vrouwen daalde van 28.532 naar 28.089, een daling van 1,55%.
Het aantal buitenlandse vrouwen dat naar Nederland kwam steeg daarentegen van 2.832 naar 2.960, een stijging van 4,52%. Deze vrouwen kwamen uit Spanje, Frankrijk, Duitsland, Polen, België, Ierland en onbekende landen.
Nederland is het enige land in de Europese Unie die abortus tot 24 weken toestaat. En daarmee wordt reclame gemaakt. In de meeste Europese landen is abortus toegestaan tot 12 weken zwangerschap.

Het aantal zwangerschapsafbrekingen in ziekenhuizen is licht gedaald van 2.981 naar 2.955.

De meeste abortussen vonden plaats in het eerste trimester (tot 12 weken en zes dagen). In het twee trimester, tot en met 23 weken en zes dagen, werden er 4.759 abortussen uitgevoerd tegenover 4.676 het jaar daarvoor. Dat is een stijging van 1,78%

Grote zorgen

Een forse stijging is zichtbaar in het aantal zwangerschapsafbrekingen na prenatale diagnostiek.
In 2020 werden 2.195 zwangerschappen om die reden afgebroken en in 2021 waren dat er 3.291. Dat is een stijging van maar liefst 49,93% en dat is opmerkelijk veel. Dit zou voor het ministerie van VWS een punt van zorg moeten zijn en er zou onderzoek naar moeten worden ingesteld waarom er zo een explosieve stijging is van problemen bij baby’s dat men meent dat ze geaborteerd zouden moeten worden.

Beraadtermijn

Opmerkelijk zijn ook de gegevens van de vrouwen die vijf of meer dagen beraadtermijn in acht nemen na het eerste gesprek. Dat percentage is maar liefst 95,1%. In 2020 lag dat percentage op 96,5%. Met deze cijfers in het achterhoofd is het des te opmerkelijker dat de Tweede Kamer eerder dit jaar de vijf dagen bedenktijd afgeschaft, het zou ‘betuttelend’ zijn voor de vrouwen. Zelfs 27,7% van de vrouwen neemt een beraadtermijn van meer dan 10 dagen in acht… De cijfers laten een heel ander beeld zien dan de voorstanders van de afschaffing van de beraadtermijn beweren.

Curettage behandelingen

Bij maar liefst 20.373 vrouwen (65.62%) werd een instrumentele abortus of een combinatie van medicinale met instrumentele abortus uitgevoerd. Dit houdt in dat de abortus middels curettage is uitgevoerd. Op 6 september 2015 publiceerde het AMC1 een onderzoek waarbij aangetoond werd dat vrouwen die gecuretteerd zijn maar liefst 70% hogere kans hebben dat bij een volgende zwangerschap hun kindje vóór 32 weken wordt geboren. Het oprekken van de baarmoedermond bij curettage is niet zonder risico’s. De kop van het artikel luidde: “Liever niet curetteren”. Staatssecretaris van Rhijn gaf op kamervragen2 naar aanleiding van het artikel van het AMC aan dat het bij abortus om andere instrumenten gaat. Als dat waar is dan rijst de vraag: Waarom gebruiken ze diezelfde instrumenten dan niet bij curettage na een miskraam?

Herhaal abortussen

Een derde van de vrouwen had al eerder een abortus ondergaan, 63 vrouwen hadden al méér dan 5 eerdere abortussen gehad, zo blijkt uit de cijfers. Deze vrouwen hebben duidelijk andere hulp nodig dan een abortus.

Jonger dan 15 jaar

Voor het eerst in jaren is het aantal abortussen bij meisjes jonger dan 15 jaar gestegen. In 2020 waren er 58 meisjes jonger dan 15 jaar. In 2021 waren dat er 101 een stijging van maar liefst 74%.

Als we kijken naar het absolute aantal abortussen dan kun je zeggen dat er inderdaad een daling is ten opzichte van het jaar daarvoor. Dat lijkt positief. Echter als we gaan kijken naar de details in de reportage dan is er alle reden tot zorg en is er werk aan de winkel voor het ministerie VWS.

Kees van Helden
Coördinator Kies Leven


1 AMC Magazine Nr 6 sept 2015 by Amsterdam UMC – Issuu

2 Antwoord op vragen van de leden Van der Staaij en Dik-Faber over de risico’s van een curettage na een miskraam of tijdens een abortus provocatus | Tweede Kamer der Staten-Generaal